Voor 4 personen.

Ingredienten

  • 4 kippendijen met bot en vel (ca. 700 g)
  • 2 tl droge kipkruiden
  • koosjer zout en versgemalen zwarte peper
  • 2 el plantaardige olie
  • 3 sjalotten, gesnipperd
  • 40 tenen knoflook (3-4 bollen), ongepeld
  • 120 ml witte wijn of droge vermout
  • 1 tl gedroogde dragon
  • 3 takjes verse bladpeterselie
  • 180 ml kippenbouillon
  • knapperig brood, voor erbij

Bereiden

Het maakt ons niet uit of je uiteindelijk 39 (of 41) tenen knoflook gebruikt voor jouw versie. Het gaat erom dat het gerecht barst van die heerlijke knoflooksmaak. Dit is het perfecte gerecht om je vrienden te verwennen en vampiers op afstand te houden. Bovendien hoef je er maar één glas witte wijn in te doen, er blijft dus genoeg wijn over tijdens het koken.

  1. Verwarm de oven voor tot 175 °C.
  2. Strooi de kipkruiden, zout en peper over de kippendijen.
  3. Verhit de plantaardige olie in een ovenbestendige koekenpan op matig hoog vuur. Leg de dijen er op het vel in en schroei ze in 10-15 minuten (draai ze eenmaal om) aan beide zijden goudbruin (zie kopje ‘Aanbraden’). Leg de dijen op een bord.
  4. Doe de sjalot in de koekenpan, zet het vuur halfhoog en fruit de sjalot in 5 minuten, al roerend, zacht. Voeg de knoflook toe en bak hem 2 minuten al roerend mee, tot hij wat kleur krijgt. Schenk de witte wijn erbij en laat, terwijl je de aanbaksels van de bodem schraapt (zie kopje ‘Deglaceren’), in 2 minuten wat inkoken.
  5. Leg de kippendijen weer in de koekenpan, strooi er de dragon en de takjes peterselie over en schenk de kippenbouillon erbij.
  6. Zet de pan 20-25 minuten in de oven tot de kip gaar en de saus ingedikt is.
  7. Serveer de kip met de knoflooktenen en geef er knapperig brood bij om in de saus te soppen.

Aanbraden

Om smaak en sap in te sluiten en een eiwitbron of zelfs groenten een korstje te geven is aanbraden de beste methode. Aanbraden doe je door een (koeken)pan met dikke bodem op hoog vuur te verhitten en er dan een klein beetje olie in rond te walsen. Voeg wat je wilt braden pas toe wanneer de olie heet is en walmt. Je kunt het halverwege omdraaien, maar beweeg het tijdens het braden niet door de pan, rust zorgt voor een mooie korst. Je weet dat het goed aangebraden is als het gemakkelijk uit de pan loskomt en het een prachtige goudbruine kleur heeft.

Deglaceren

Je hebt wat groenten en vlees aangebraden in een hete pan. Zie je al die heerlijke aanbaksels op de bodem? Was die pan vooral niet af, maar deglaceer hem! Schenk wat water, wijn en/of bouillon in de nog hete pan en schraap en roer de bruine stukjes los. Zo creëer je een basis voor een heerlijke saus of soep: de aanbaksels lossen op en geven hun karamelliseersmaak aan het vocht.